Ik lach snikkend alsof ik voor de gekromde spiegel sta. Het is blijkbaar een iemands gekke grap. Hier zijn er hoeken van de neuzen en ook de grijns tot aan de oren zoals die zijn op het Venetiaanse Carnaval! Ik word omringd, gegrepen en meegesleurd in dans Het is zo dat mijn normaal gezicht blijkbaar door iedereen met maske is verward. Petarden, confetti - Toch is het anders De masken kijken naar mij verwijtend. Ze schreeuwen dat ik weer uit de mate val En dat ik op de voeten van de partners trap. Wat moet ik doen - snel rennen zoals ik kan? Of moet blijven verder feesten? Ik hoop dat menselijke gezichten zich schuilen achter de masken van de beesten. Ieder heeft een mask of heeft hij pruik. De enne komt uit een sprookje de andere uit een literatuur verhaal. De buurman van mijn links is droevig Arlekin, de ander is een beul en elke derde is verkleed als dwaas. De enne tracht zichzelf mooie maken De andere - verbergt gezicht om onbekend te blijven. Er is ook iemand tussen hen die kan niet zijn gezicht van duidelijke mask onderscheiden. Ik doe er lachend mee aan de dans. Toch voel ik me onrustig onder masken. Het kan toch zijn dat iemand de mask van de beul leuk gaat vinden dat hij die nooit eraf zou willen hallen. Het Arlekin kan plotseling voor eeuwig verdrietig worden en zal van het verdriet op zijn gezicht bewonderen. Wat zou het zijn als de dwaas zijn dwaze uiterlijk zou op zijn gewoon gezicht vergeten? Hoe zou je toch het juiste gezicht niet missen? Hoe kan ik eerlijker van ander onderscheiden? Want ieder is geleerd zich te vermommen om zijn eigene gezicht van stoten tegen stenen te voorkomen Het geheim van de masken heb ik eindelijk door. Ik ben er zeker van dat mijn conclusie juist is. Dat masken van de onverschilligheid bij sommigen zijn de bescherming tegen verdiende klappen.                        
© Marianna Travinskaia. Vertaling, 2020