Ik hoor het kloppen van mijn hart is gestaakt het deugt maar voor lanen en priëlen Ik val, een stuk lood heeft mijn borstkast geraakt ik denk nog, terwijl ik sterf met velen. Ik kom niet meer naar huis, deze keer. Ik ga, een ander is bereid. Voor ons was er geen tijd, geen tijd voor meer Maar de zonen, maar de zonen trekken ten strijd Iemand besloot: “Na mij de zondvloed” en schreed uit de loopgraaf als in een ravijn. De enige reden waarom ik dit deed was dat er nooit meer een vloed zou zijn. Ik sluit mijn ogen, een laatste keer en grijp de grond met gretigheid Voor ons was er geen tijd voor meer Maar de zonen trekken ten strijd. Wie volgt mij op, wie gaat mee bij de attaque? Wie loopt voorop naar die heil’ge brug? Ik wil graag: dat joch, nu nog te slap in het pak. Hij moet nog groeien met rechte rug Mijn mond geeft nog een glimlach weer. Ik zag, wie nu de aanval leidt Voor ons was er geen tijd voor meer Maar de zonen trekken ten strijd. Explosies verdoofden de klop van mijn hart Het slaat nog luid, het hield zich slechts in. Ook al lijkt het voorbij, er gaat iets van start want mijn einde is ook een begin Ik sluit mijn ogen, een laatste keer Ik ga, een ander is bereid. Voor ons was er geen tijd voor meer Maar de zonen trekken ten strijd.
© Johan Meijer. Vertaling, 2000
© Johan Meijer. Performance, 2000
(www.nederossi.nl)