De hemel is vandaag -
heel mooi helder en blauw
Maar nu met het geratel van tanks
daar middenin.
En op onze aarde bonkt
een gekraak en gedreun.
De hars plakt aan de bomen,
als bittere tranen.
Rook en as stijgen op -
als kruisen
Ze bouwen geen nest meer op het dak,
de ooievaars
De aren glanzen al goudgeel,
en als barnsteen warm bruin
Maar ach, we hebben dit jaar
helemaal voor niets gezaaid
Wat is die gloeiende kleur
die als barnsteen glanst?
Dat is een brand die over de velden raast
en alles blakert
Iedereen is voor dit ongeluk al
sinds lange tijd gevlucht
Er zijn geen zangvogels meer
- alleen nog maar zwarte raven
De bomen zijn vol stof
net als altijd in de herfst
Maar wie ooit een lied heeft gekend
is dat nu allang weer vergeten
Liederen over de liefde
zijn nergens meer te horen.
En de liefde tussen twee mensen mag
niet meer bestaan,
Is het dan niet zo
dat wraakzucht en haat
als enig gevoel overblijft
dat nu nog telt?
De boomtoppen ruisen in het bos
dat is net als altijd
Maar het water en de aarde kraken,
zuchten en steunen
Nu moet er een wonder - een wónder -
gaan gebeuren
Het bos kreunt met de geluiden
van lang geleden
Iedereen is voor dit ongeluk
gevlucht naar het Oosten
Er zijn geen zangvogels meer
en ook geen ooievaars
De lucht houdt de klanken
nu heel anders vast
Nu bonkt en dreunt het
overal om ons heen
Zelfs het klapperen van de hoeven
is tot stampen geworden
En als er iemand schreeuwt,
dan klinkt het maar als fluisteren
Iedereen is voor dit ongeluk
weggetrokken naar het Oosten
En ook boven de daken
zie je nergens meer een ooievaar
|