Ik heb een hekel aan unhappy endings het leven is mij daarvoor veels te lief ik heb een hekel aan de lente, zomer, voorjaar aan de winter ook, zonder een vrolijk lied Ik heb een hekel aan het bijtende cynisme en geestdrift stuur ik ongezien weer terug hou es op met dat lezen van mijn brieven over mijn schouder en ook achter mijn rug Ik heb een hekel aan alles wat maar half is en als iemand inbreekt in een goed gesprek ik heb een hekel aan het onverhoedse buikschot en ook aan messen in de rug of in de nek Ik heb een hekel aan het eeuwige geroddel knagende twijfel en medailles zonder zin het geluid van nagels op een zinken emmer en het strijken tegen haren in Ik heb een hekel aan dedain en arrogantie en aan het lasterpraatjeslegioen aan dat het erewoord voorgoed lijkt uitgestorven ik heb nog liever dat de remmen het niet doen Het doet me niks als vleugels zijn gebroken ik ken geen deernis, medelijden of verwijt ik heb een hekel aan geweld en zwakkelingen maar dat met Jezus - is iets wat me spijt Ik heb een hekel aan mijn eigen laffe streken aan dat wie niks gedaan heeft toch wordt afgetuigd en dat ze in mijn geest zitten te fucken en dat berouw daarvoor nooit wordt betuigd Ik heb een hekel aan arena’s vol met mensen voor zogenaamd hoogstaand amusement en dat er nog iets groots staat te gebeuren daarvoor geef ik helemaal geen rooie cent
© Erik Harteveld. Vertaling, 2013